Bouwplannen worden binnenkort alleen nog maar privaat getoetst dankzij de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) die – naar verwachting – zeer binnenkort door de Tweede Kamer wordt aangenomen. Deze wet moet een impuls geven om de kwaliteit in de bouw en de positie van de (particuliere) opdrachtgever sterk te verbeteren. Maar realiseer je met deze nieuwe praktijk ook een betere kwaliteit in de bouw? Of leidt dit alleen tot een strakkere borging van de aansprakelijkheid van de bouwer?
Belangrijkste wijziging binnen het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging is de vergroting van de aansprakelijkheid van de bouwer en de omkering van de bewijslast. Straks is de oplevering niet meer dan een gezamenlijke inventarisatie van punten die nog niet voldoen aan wat van tevoren in de contractstukken is overeengekomen. Ook al wordt een afwijking van het contract niet tijdens de oplevering opgemerkt, dan blijft de aannemer verplicht dit te herstellen zoals is overeengekomen. Je krijgt als opdrachtgever straks dus altijd wat je is beloofd! Bovendien is het aan de bouwer om aan te tonen waarom hij rechtmatig is afgeweken van wat eerder was afgesproken.
De kwaliteit die de bouwer realiseert wordt straks gecontroleerd door een verplichte onafhankelijke, erkende en private ‘kwaliteitsborger’ die met een gecertificeerd ‘kwaliteitsborgingsinstrument’ alle kwaliteitsaspecten van een gebouw toetst en hier in de bouw toezicht op houdt. Als tijdens de bouw ad hoc wordt afgeweken van de gemaakte afspraken is het aan de aannemer om vast te leggen dat hier onderling akkoord over was zodat hij dit bij latere discussies kan onderbouwen (bewijslast bij de bouwer).
Maar hoe is de verwachting dat de bouwer daar straks in de praktijk mee omgaat? Door de kwaliteit als bouwer zèlf vast te leggen, wordt die heel expliciet gemaakt en kun je achteraf gericht evalueren waar het bijvoorbeeld mis is gegaan in het proces om daar voor een volgende keer van te leren. Je ontwikkelt daarmee eigen referenties waaraan je je kwaliteit kunt spiegelen. Daarnaast kun je uiteraard ook gericht gebruik maken van bestaande praktische kennisreferenties waarin jarenlange ervaring en ontwikkeling zijn vastgelegd, zoals SBR-Referentiedetails en Praktijkboek Bouwtechniek & Bouwfysica. Op die manier ontwikkel je gericht kwaliteitsmanagement voor de ontwikkeling van vakmanschap binnen je bedrijf en kun je je onderscheiden. Dat type bouwer ziet de invoering van dit nieuwe stelsel waarschijnlijk als kans!
Doordat je straks standaard aansprakelijk bent als bouwer en ook de bewijslast aan die kant ligt, móet je je handelen wel goed gaan vastleggen als je bang bent voor claims: foto’s van pakbonnen van leveringen op de bouwplaats, foto’s van de montage en bevestiging, handtekeningen van onderaannemers. Je kunt alles vastleggen om je aansprakelijkheid in de hand te houden.
Met name de eisen en ambities rond energiezuinig bouwen en een gezonde leefomgeving worden steeds hoger. Het is zeer de vraag of we daaraan kunnen blijven voldoen door te blijven bouwen zoals we dat altijd al gedaan hebben, of dat er een echte cultuuromslag moet plaatsvinden in de bouw om het hiervoor benodigde vakmanschap verder door te ontwikkelen. Het is de hoogste tijd om kritisch te kijken of de manier waarop we altijd gebouwd hebben, ook in de toekomst nog voldoende kwaliteit op kan leveren.
De invoering van het nieuwe stelsel rond kwaliteitsborging kan hiervoor als inspiratie dienen. Maar het kan net zo goed een nieuw administratief blok worden aan het been van de bouwsector. Het is aan de bouw om te kiezen: aantoonbare kwaliteit leveren waarop je zelf reflecteert om je vakmanschap verder te ontwikkelen of de kunst van het borgen van je aansprakelijkheid verder ontwikkelen.
Eigenlijk verandert er niets met de invoering van deze wet als je nu ook al je vakmanschap weet in te zetten om goede kwaliteit te maken. Ga gewoon door en leer om jezelf steeds verder te verbeteren. Aansprakelijkheid is niets anders dan een verzekerbaar risico zoals dat ook al sinds jaar en dag geldt voor alle overeenkomsten in Nederland buiten de bouwsector.